Volledige werken. Deel 2. Minnebrieven. Over vrijen arbeid in Nederlands-Indië. Brief aan Quintillianus. Ideeën, eerste bundel
(1951)– Multatuli– Auteursrecht onbekend271.Ik lees in 't prospectus van een ‘Maandschrift ter bevordering der kennis van het wezen des Evangelies’ uitgegeven door Dr L.S.P. Meyboom, onder medewerking van vele geleerden - waaronder zes hoogleraren, die 't precies behoren te weten - dat alles wat men tot nog toe van 't Evangelie verteld heeft, eigenlyk maar gekheid is. Daar staat namelyk: ‘Sedert de Evangelie-spiegel, nu vijf jaren geleden, onder mijn redactie begon te verschijnen, is de ontwikkeling op het gebied van de kennis des Evangelies met snelle schreden voortgegaan.’ Och, de arme drommels die gestorven zyn in 't geloof aan een | |
[pagina 466]
| |
aant.
‘Nieuwe onderzoekingen zijn in het werk gesteld, nieuwe uitkomsten verkregen, en wat de Godgeleerden zochten, vermoedden en wisten, is ten dele ook onder den groteren kring van niet-Godgeleerden verbreid. Daaruit zijn nieuwe behoeften geboren.’ Nieuwe uitkomsten? Welke? In-godsnaam, welke? Is liefde niet meer - gek genoeg - uw hoogste gebod? Is er een andere weg ten hemel, dan door Christus en dien gekruist, zo als gylieden dat noemt? ‘De godgeleerden zochten, vermoedden, en... wisten’ zegt gy? Is 't dan waar, wat sedert lang zovelen vermoed hebben, dat gylieden laag- en hoogleraren, Isis-priestertje speelt, en den volke maar wat afval geeft van uw hoger kennis? Ik vind iets klagelyks in uw toon, waar gy zegt: ‘dat is ten dele ook onder den groteren kring van niet-Godgeleerden verbreid.’ Het klinkt als: ‘Sakkerloot, we zyn betrapt, 't volk heeft achter de schermen gekeken!’ ‘Daaruit zijn nieuwe behoeften geboren.’ Wel wis en zeker! Dat zegt Bamberg ook, als hy - wat hém zelden gebeurt - een tour manqué maakt. ‘'t Is uw kaart niet, m'nheer? Welnu... wat anders dan! Wie van 't gezelschap heeft een zakdoek of horloge?’ Een goochelaar moet nooit verlegen zyn. ‘Nieuwe behoeften!’ Ik ben jaloers op die uitdrukking. Een ánder soort van behoefte aan een ándere manier om te geraken tot 'n anders begrepen zaligheid! Hoe maken ze 't toch, al de mensen die heengingen onder 't régime van de ouwerwetse behoeften? ‘Meer dan ooit komt het thans bij de nadenkenden onder de Christenen tot bewustheid, dat er een onderscheid bestaat tussen ónze inzichten in de waarheid en de waarheid: tussen ónze opvatting van het Evangelie en het Evangelie: tussen ónze vormen van Godsdienst en de Godsdienst...’ Genoeg! Genoeg, gy acht leraren, en zes hoogleraren in allerlei dingen die niet behoeven geleerd te worden! Genoeg, uitleggers, verklaarders, voorlichters, die nu op eenmaal met gedwongen oprechtheid, heel nuchter den volke komt vertellen dat ge u tot heden toe vergist hebt! | |
[pagina 467]
| |
Genoeg, ambtbekledende Schriftgeleerden, die zo flink - och hemel, 't moest wel! - al uw voorgangers verklaart voor weet-nieten, en ze maakt tot dieven van het loon, van den eerbied, van de onderdanigheid, die men neerlegde aan hun voeten, in de verkeerde mening dat zy wetenschap gaven voor dat loon! Genoeg, nieuwe-behoeftescheppers! Voelt ge niet, dat er weldra mannen zullen opstaan, die u de slagen teruggeven, welke gy zo meedogenloos uitdeelt aan uw domme - of bedrieglyke - voorgangers? Och, wat zou 't Jezus smarten, als hy 't weten kon hoe men z'n blyde boodschap zou verhanselen, opknappen, omkeren, lappen en weer lappen, als 'n oud kleed! Ja, er is behoefte aan een nieuw kleed. Dát zeg ik u na, heren! Maar men maakt geen nieuw kleed uit oude vodden, die afgedragen zyn, versleten, bevlekt en bemorst, sedert achttienhonderd jaren. Waarheid, heren, waarheid! Dat gy nu erkent: ‘onze coup is mislukt!’... goed! Maar pas op, de ‘niet-godgeleerden’ zoals gylieden de mensen noemt die geen handwerk maakten van Godsdienst, die niet-godgeleerden zyn zeer oplettend geworden. Er zyn er die Ideeën schryven, zonder de minste god- of andere geleerdheid. Dat ziet ge. |
|