189.
De bewoners van een land zyn niet vry of onvry door de wet. De mate van vryheid wordt bepaald door de zeden.
Frankryk is onder Napoleon niet vry, zegt men, en als men z'n wetten leest, schynt die mening zo ongegrond niet. Maar... de bewoner van Frankryk beweegt zich, ondanks die wetten, vryer dan een Nederlander.
Wanneer we 't getal en de belangrykheid onzer handelingen die voorgeschreven zyn - of verboden - door de wet, vergelyken met al de daden die wy verrichten - of nalaten - gedwongen door de zeden, zullen wy zien dat we eigenlyk met de wet al heel weinig te maken hebben, en dat háár invloed op ons doen en laten, zeer onbeduidend is, in verhouding tot al de dingen die 'n gevolg zyn van gebruik, gewoonte en sleur.
Geen wetgever, al gebood hy over tienmaal meer soldaten dan 't getal inwoners van een land, zou durven bevelen wat nu de zeden voorschryven. En omgekeerd, wy buigen ons onder zeden die we niet zouden aannemen, als ze waren voorgeschreven door 'n wetgever, hoe machtig ook.
Dit nu wilde ik even zeggen in 't voorbygaan, dat er - buiten Azië - weinig landen zyn, waar de zeden groter dwingelandy uitoefenen dan in Nederland. De politieke vryheid, die wy inderdaad bezitten, baat ons weinig, daar ze gesmoord wordt onder een hoop land-, stad-, dorps-, buurt-, huis- en familiegebruikjes, die ons inderdaad maken tot de Chinezen van Europa.