118.
Onlangs in Brussel, kort na den dood van Brouckère, zag ik 'n vrouw, die met veel moeite haar dronken man naar huis leidde. 't Was 'n zwaar werk, want de man slingerde vreselyk, en 't vrouwtje was zwak. Maar, zo als vrouwen gewoon zyn, ze hield vol. Als de man viel, hielp ze 'm weer op, en wist weer raad om een paar schreden te winnen.