91.
Ik ben boos op myzelf. Ik had nagedacht over God en m'n dame. Ik begreep iets van 't een, en beminde het ander. Ik droomde, en meende veel te weten, veel lief te hebben. Al liefhebbend en dromend Hep ik 'n restaurant in, en daar heb ik groen-erwten met spek gegeten.
Daarom ben ik boos op myzelf.