Volledige werken. Deel 2. Minnebrieven. Over vrijen arbeid in Nederlands-Indië. Brief aan Quintillianus. Ideeën, eerste bundel

47.

Ik bied 'n vel druks voor een goed voornaamwoord van de tweede persoon. Maar er mag geen g in komen. Ook geen ij, noch y. Ook geen ou.

U is goed als accusatief. Maar als nominatief is 't een lelyk woord, en verraadt z'n possessieven oorsprong. U is, beduidt: de Edelheid van U is, uw edelheid is, U.E.D. is, U.E. is, uwee is.

Ja, voor 'n goed nominatief pronomen, tweede persoon, geef ik 'n vel druks, en wel twee. En, als men er op staat, zonder één g er in, die zo lelyk is in ons schoon Hollands.

[p. 319]

aant.

Ik durf nog niet schryven ‘Hollans’ maar er zal een tyd komen dat ik het durf.

Hij of hy is ook met mooi, tenzy er een klemtoon op valt. Melis Stoke en ik vinden ‘zegti’ en ‘doeti’ goed. Komaan, laat ons dat doen... we winnen daardoor kracht in hy:

Neen, zegt-i snel, wat-i wil, wil-izelf,
omdat hy dat begeerd heeft.
Wat-i denkt, wat-i zegt, wat-i doet,
werd in zyn ziel geboren... doet hy.