Van een meisje
Ik ben een boetvaardige zondares, en mag u niet langer broeder noemen. Want in stede van te antwoorden op myn genadedeelachtigheid aanbiedende brieven, stoot gy den Heiligen Geest van u af, en roemt op eigen daden. Ik zegge u dat gy behoort te roemen in dien enigen waren onwrikbaren hoeksteen des Geloofs, Jezus, dat is: de Christus, die neergedaald is ter helle, en verheven ter rechterhand Gods.
Reinig u met het bloed des kruises... Anders zal ik genoodzaakt zyn een oefening tegen u op te zetten, en daarin zal ik verkondigen, dat gy de verzenen tegen de prikkels slaat...