Van Kappelman
Mynheer! Ik ben Kappelman! Myn zaken gaan zeer goed, en ik leid een rustig en gemakkelyk leven. Ik zie, dat gy, in weerwil daarvan, voortgaat, u te bemoeien, met de stiefdochters, myner vrouw. Dat versta ik niet langer. Myn vrouw, mag met die kinderen, doen wat zy wil - daarvoor is ze myn vrouw - en ik zal zorgen, dat uw zedeloos geschryf, niet in derzelver handen kome. Ik bevind my zeer goed, by de tegenwoordige inrichting, van myn huis, en dat is het voornaamste. Ik ben Kappelman. Ik zal 't vertellen aan myn vriend den kruienier dat gy een democraat zyt...