Aan Tine
O God, wat is dat vreemd... ik droom altyd dien droom! Daar dwaalt my iets voor 't oog... een meisje, een schim, een spook... Ik reikhand vruchteloos... ze ontwykt me en zweeft omhoog... en lost zich op in niets! Myn hart is leeg, o God!... Ik ben vermoeid.