Alphabetisch letterkransje(ca. 1850-1860)–J.F.L. Müller– Auteursrechtvrij Inhoudsopgave Alida bestudeert het Abé. Bertram met zijn Bokje. Cecilia koopt Citroenen. David vertelt zynen Droom aan Daniël. Emma voedert hare Eendjes. Ferdinand in eenen Fruitwinkel. Geertruida verjaart haren Grootvader. Hendrika lokt den Hond uit het Hok. Izaak ligt ziek, hij heeft de kramp in de Ingewanden. Jetje met hare Mama in de Jaagschuit. Kornelis klimt op eene Koets. Leendert in den Leuningstoel en Lotje aan hare Les. Mietje bij haren Muzijkmeester. Nina leert haar Neefje de Nooten. Olivier verheugt zich in zijnen Ouderdom. Paulus plant eenen Perenboom. Quintilianus teekent eene Q. Rozientje maakt eenen Ruiker. Suze op haar Schopje. Theodorus vischt met eene Totebel. Urbanus beschouwt met zijnen vader het Uitspansel. Veronica voedert haar Vogeltje. Wilhelmina bij de Wieg van haar broertje. Xaverius teekent eene X. IJsbrand vermaakt zich op het IJs. Zacharias ziet de Zee.