Liedjes en andere verzen(1870)–Emiel Moyson– Auteursrechtvrij Inhoudsopgave De Lier des Grijsaards. Het Jonge Gent. Verschijning. De Zang des laatsten Dichters. (Fragment.) Tieste's beklag. (Proef van een Gentsch volksliedje.) Wanhoop. Iambe. (Vertaald uit Auguste Barbier.) Aan mijne Noord-Nederlandsche Broeders, weerklank aan Didymus. Wat Baas Kimpe vraagt. Cantate te executeeren door de délégués van de Vlaamsche gemeenten, ter occasie van d'inauguratie der Colonne du Congres, 26. September 1859. Denkt gij daar wel aan? Brood! Het Stemrecht voor elkeen. Hulde aan den Broederkring. Sous l'Arbre de la Liberté! Katholiek en Liberaal. Gemijmer. Vredelied. Werkmanslied. Peerlala en Funck. Huwelijksverzuchting. Fragment uit een' heilwensch ter gelegenheid eener echtverbintenis. Mijn Menonkel. Geen' loting, geene bloedwet meer! Hoog Vliegen! Kinderspel en geen. Mijnheer De Vrière. Schoenmakerszang. Aan eenen vroegeren Vriend. Finis Flandriae. Vleeschouwers graf. Fransche zonden. Actualité. Profession de Foi de La Cigale. Réponse a une lectrice hostile. Un Chant pour nos Frères les Houilleurs. Les Cris haineur. A M. Antoine Clesse. La première Visite. (Commencé comme charge, fini en queue de sentiment.) Mijn laatste zang. Aan mijne Moeder.