Brieven aan Frederik van Eeden
(1970)–J.A. Dèr Mouw– Auteursrechtelijk beschermd21Dag, dag!Ga naar voetnoot139 - Ik heb 't veranderd: Jij, vogel uit Gouden Legende, zong,
Jij, windveer, zon, in toov'rende travestie;
Ik, de oogen dicht voor die zomersuggestie,
Proefde je stem, een aardbei, op mijn tong.
Zoo is 't goed; ten minste beter. - Ja; waarom heb ik je Zaterdagavond niet dadelijk gezegd, dat ik, toen ik schreef: Ik likte lang langs de aardbei van je tong - 'n onbehaaglijk gevoel had, 'n skrupule van: Dat hcort hier niet bij. - Ik heb | |
[pagina 61]
| |
J.A. dèr Mouw en zijn pleegdochter Hetty dèr Mouw, bijgenaamd ‘de Spreeuw’
| |
[pagina 62]
| |
geprobeerd, mezelf te paaien met de gedachte, dat 't psychologisch wel aardig is, dat de suggestie zóó ver ging, dat ik 'n tong voor 'n aardbei hield. Maar ik was er heimelijk ontevreden over. - Waarom zou ik je dat niet gezegd hebben, terwijl ik 't op m'n lippen had? Iets hield me terug. Waarschijnlijk vrees: O jé, daar gaat 'n couplet, dat ik anders goed vind. - Als jij iets beters vindt, zeg 't me dan niet. Ken je Major Volo?Ga naar voetnoot140 Ik hoop er om te denken, wanneer we weer wouden opzetten,Ga naar voetnoot141 je één vers van 'm voor te dragen, dat ik op muziek heb gezet, ik bedoel op 'n melodie.Ga naar voetnoot141a M'n vrouw wil 't niet meer hooren: ik heb 't haar 's voorgezongen, en 't heeft haar als 'n obsessie vervolgd. - Dag! - Groet je vrouw! J.A. dér Mouw |
|