Brahman. Deel 1(1919)–J.A. Dèr Mouw– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 128] [p. 128] ['k Hoor wat je denkt, al spreek je 't, kiesch, niet uit] 'K hoor wat je denkt, al spreek je 't, kiesch, niet uit: Tot troost voor troosteloozen sublimeert 'T verzet de diepe wensch; zoo fantazeert De dorre non zich om tot Jezus' bruid; Hij, voor wie 't huis van 't aardsch geluk zich sluit, Dat hij, bescheiden hunk'rend, had begeerd, Waant zich een God, die 't heelal savoureert: Leerde u dat zelf niet aan uw gunst'ling Freud? - Ja, maar bedenk met Berkeley en Kant, Dat 't is in jou, dat Beteigeuze brandt, En al de ontzetting wemelt van 't bestaan. De Groote Viznair, jouw Zelf, omvat Zijn rijkdom smart'loos. ‘Smart'lijk is 't niet-DAT’, Orakelde ik als zalige brahmaan. Vorige Volgende