Brahman. Deel 1(1919)–J.A. Dèr Mouw– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 123] [p. 123] [Nog eens, toen je oud werd, zag je de Alpendalen] Nog eens, toen je oud werd, zag je de Alpendalen Van 't leven jou met late idylle lokken; Je zag, hoe bergop lange schadn trokken Onder een mist van scheve zonnestralen; Nog hoorde je over lichte hoogten dwalen 'T elegisch tink'len van verspreide klokken. Nog zag je, wit door zwarte dennen, brokken Van 't sneeuwveld, nu niet meer bereikbaar, stralen. Je voelde in 't dauwig-koele blauw vervloeien 'T hel herdenken van wat je heet begeerde, Tot diepberustend violet vergloeien De roode brand, die je onbluschbaar verteerde: ‘En tot geluk geschapen’ - wat je leerde Als kind - 't verdord geloof zag je herbloeien. Vorige Volgende