Brahman. Deel 1(1919)–J.A. Dèr Mouw– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 121] [p. 121] [Jouw zenuwen, spieren, pezen, botten, knurven] Jouw zenu, spieren, pezen, botten, knurven Trilden, waar valsch uit de afgrond van 't verdriet Waanzin de half gewilde val bespiedt, Maar ik, ik greep je stevig bij je lurven; 'K zei: ‘Wat? Zou je niet kunnen? Of - niet durven? Schaam jij je dan voor Plato's gletschers niet? Vooruit! Ik maak tot straatweg van graniet De draad!’ En grac'lijk gleed je over de curven. Jou gaf, als 't scheen dat duizeling je neertrok, Ik een oneind'ge reeks als balanceerstok, E, π, Maclaurin of 't binomium: Niagara, onder schomm'lende vlonder, Stortte de wereldloop zijn eeuw'ge donder - Jou gaf, Blondin, ik 't aequilibrium. Vorige Volgende