Brahman. Deel 1(1919)–J.A. Dèr Mouw– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 102] [p. 102] [Fel wou, niet mocht, niet kon, toch moest hij 't uiten] Fel wou, niet mocht, niet kon, toch moest hij 't uiten, Midas' barbier, Midas' beschaamd verdriet: Hij groef een afgrond ver van 't stadsgebied, En borg 't geheim onder een berg van kluiten. En gluipsch kroop uit de duisternis naar buiten 'T bedrijvig knikkend, gniff'lend, gich'lend riet, Dat aan blij boodschappende wind verried, 'T geep wanhoop ondergrondsch meende op te sluiten. Ver van trotsch-heerschend Ik in stille schachten Van ziel wordt weggegraven, wat hem kwelt, Verned'rend leed van wenschen en gedachten: Uit taaie kiem van diep verdrongen krachten Groeit woord, gebaar of lach, die 't rondvertelt In 't zonlicht van 't verschrikt bewustzijnsveld. Vorige Volgende