Brahman. Deel 1(1919)–J.A. Dèr Mouw– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 59] [p. 59] [Kortlevend plankton van de Brahmanzee] Kortlevend plankton van de Brahmanzee, Zal 'k eenmaal naar nun vredebloei verzinken; Zoolang ik niet de koele dood mag drinken, Golf ik en eb met de oppervlakte mee; Zijn geheimzinn'ge stroom volg ik gedwee, En als 'k uit wolkenschelp, die 'k rood zie blinken, Het ver geruisch van de eeuwigheid hoor klinken, Voel ik mijzelf de wind, zelf de avondvree. Door golventop laat ik omhoog me tillen, En 'k zie de verte parelmoerig trillen, En 'k voel me toekomst, ben, wat eens zal zijn; En laat de glazige afgrond neer me glijden, Dan zie 'k schemeren langverzonken tijden, En 't diepst verleden voel 'k bestendig mijn. Vorige Volgende