Kronijk, of Aantekening der merkwaardige voorvallen binnen de gemeente Heeze en eenige omliggende dorpen en enkelde welken algemene belangstelling verdienen
(1953)–Henricus van Moorsel– Auteursrecht onbekend(1816)/ Pag. 29 / 1816 dit is het beroemde natte jaar, in het welk bij na geen dag zonder regen gepasseerd is; meest alle lage landerijen stonden onder water; vruchten en gras waren er echter op de hogere landen veel gewasschen, doch op de lage landerijen waren de aardappelen, haver en dergelijke zomervruchten verdronken; te Bakel heeft men een snoek van meer dan een half nederlandsch pond in een stuk onder water staande aardappelen gevangen; het gemaaijde gras kon men niet tot hooij krijgen en de vruchten stonden op het veld in de garsten te schieten, zoo dat in September en October nog granen in de tijlen | |
[pagina 36]
| |
stonden; witte bonen waren er gene gewassen, dezelve kwamen niet uit en lagen in den grond te rotten (behalve) hier en daar eene enkelde die opgekomen was (en daarvan) hongen de scheijen aan de staken te rottenGa naar voetnoota, en men kon voor geld geen zaad goed krijgen; voor een halve liter of halve Nederlandsche kan betaalde men 2 gulden 75 centen; / Pag. 30 / de aardappelen liepen tot 1 gulden 50 centen het oude vat, circa 7 gulden 50 centen het mud: de rog het mud....Ga naar voetnoot(1)Ga naar voetnoota; de overige vruchten naar advenant; gantsche driften ledig vee kwamen uit Holland, waar men er niet voor te eten had en wierden in de Meijerij op de dorpen publiek en voor alle man voor een baggatel verkogt; de rog, tarwe en andere vruchten die dit jaar gewonnen waren, kon men nauwelijks voor de bakkerij gebruiken; als men het meel zoo droog mengde, dat men de deeg nauwelijks kon bewerken, liep hetzelve in den oven zoo plat als een koek uit elkanderen, en het brood was onsmakelijk en niet voedzaam; de beijen hebben dit jaar ook slecht geteerd; dezelven stonden in de heij van gebrek aan honing te sterven, en veele bijhouders hadden niet genoeg honing om een enkelde stok op te zetten; / Pag. 31 / schoon dit over het algemeen een ongelukkig jaar was, er veel armoede en gebrek is geleden en sommige menschen van honger zijn gestorven, is het zelve voor grote boeren in de Meijerij voordelig geweest om de duurte wil der levensmiddelenGa naar voetnoot(1). |
|