Kronijk, of Aantekening der merkwaardige voorvallen binnen de gemeente Heeze en eenige omliggende dorpen en enkelde welken algemene belangstelling verdienen
(1953)–Henricus van Moorsel– Auteursrecht onbekend
[pagina 13]
| |
(1638-1648)/ Pag. 8 / 1638 15 April is graaf JanGa naar voetnoot(1) met een groten hoop volk tot Heeze en Leende gekomen, en heeft veel geld en brandschatting aan de huislieden te betalen opgelegd. 1639 20 Januarij zijn te Heeze gekomen 300 mannen voet en paardevolk van Weert, hebben de inwoonders veel geld doen geven en veel gestolenGa naar voetnoot(2). 15 Junij heeft te Heeze en Leende gedurende een nacht een zwaar leger gestaan dat de gemeenten veel gekost hebben. 25 Julij heeft te Heeze een groot leger gestaan van de Staten van Holland onder graaf JanGa naar voetnoot(3), hebben 2 dagen en 2 nachten verbleven - ook te Leende -; te Heeze lagen 22 compagnien paarden; dezelven hebben van de inwoonders veel geld afgeperst en hun groten overlast aangedaanGa naar voetnoot(4). 1640 4 April Woensdag van de Goede week des morgens om vier uren heeft alhier en in geheel Braband en het land van Luijk eene aardbeving zich doen / Pag. 9 / gevoelen die gedurende een kwartier uurs zich van tijd tot tijd hervatteGa naar voetnoot(1). 1643 29 Januarij te 2 uren des morgens zijn te Heeze aan de grote kerk 56 ruiters, garnisoen houdende te Weert, komen aanzetten; hebben aldaar bij de inwoonders eerst geld gevorderd - onder belofte dat men als dan hunne goederen zouden laten -, doch na dat zij geld ontvangen hadden, hebben zij alles wat zij op de paarden konden pakken als spek, hoenders, rog, meel enz., enz. medegenomenGa naar voetnoot(2). 1643 in de eerste dagen van Januarij is het geheele land door zodanigen watervloed geweest dat er kerken, torens, huizen en bruggen zijn omgespoeld en afgedrevenGa naar voetnoot(3). 1645 den 15 Mei zijn te Heeze gekomen 80 compagnien paardenvolk, 20 | |
[pagina 14]
| |
vaandelen voetvolk met veel wapens, karren en Bagasie onder Commando van den Jongen PrinceGa naar voetnoot(4), zijnde gelegd te Geldrop, Heeze en Leende, te / Pag. 10 / Heeze lag den grave van SolmsGa naar voetnoota, gouverneur van MaastrichtGa naar voetnoot(1); op Ginderover was het voetvolk gelegerd. 1646 op den 2en PinxterdagGa naar voetnoot(2) zijn te Heeze gekomen 200 ruijters van s BoschGa naar voetnoot(3). 1648 17 Januarij zijn te Heeze gekomen 20 Comp. paardenvolk van de Heeren Staten, hebben een nacht verbleven; te Geldrop lagen 10 Comp. paarden en 30 Comp. voetvolk onder commando van den RijngraveGa naar voetnoot(4). 1648 15 Mei is de Vrede geratificeerdGa naar voetnootb tussen de Koning van Spangnien en de Heeren StatenGa naar voetnoot(5) en omtrent 14 dagen daarna hebben de Hn Staten de priesters gebannen uit de MeijerijGa naar voetnoot(6) (dit is de zoo genaamden Munsterschen vrede). 3 Julij hebben die van het nieuwe geloof gereformeerden - zich noemende Geuzen - te Heeze, Leende en Geldrop de ornamenten uit de kerken en kapellenGa naar voetnoot(7), en altaren en beelden nedergeworpen. Om dezen tijd was Predikant te Heeze Abraham RodenburghGa naar voetnoot(8)Ga naar voetnootc, secretaris Pauw SmidtsGa naar voetnoot(9) en vorster Ferdinandus Anthonij, welke laatste niet kon schrijven en zijne exploiten met een merk tekendeGa naar voetnoot(10). - Smidts was ook tevens Notaris Publicus. |
|