Berenike,
dochter van de koning van Kyrene, Magas, en de Syrische vorstin Apama, trad in 247 in het huwelijk met de koning van Egypte, Ptolemaios iii Euergetes. Toen haar echtgenoot kort daarna uittrok voor een veldtocht naar Syrië, beloofde ze dat ze bij diens behouden terugkeer een haarlok zou offeren in de tempel van Aphrodite. De farao keerde na vele successen behaald te hebben in 246 behouden terug. De nu gewijde haarlok verdween uit de tempel en bleek volgens de hofastronoom Konon op wonderbaarlijke wijze als het sterrenbeeld Coma Berenices in het firmament te zijn opgenomen.
Het verhaal van de legendarisch mooie haarlok inspireerde de dichter Kallimachos tot Berenikes plokamoi uit 246, opgenomen in het 4e boek van zijn Aitia. Het slechts in fragmenten bewaarde gedicht kennen we in een Latijnse bewerking van Catullus in diens Carmen 66 (midden 1e eeuw v.C.). Uiteraard wordt de geschiedenis in astronomische traktaten vermeld, onder meer in de Astronomica van Hyginus (begin van onze jaartelling). Volgens de astronoom Eratosthenes (276-191), geciteerd door Hyginus, was Berenike een meisje van Lesbos over wie verder niets bekend is. Het verhaal bracht een grote bloei van de astronomie als wetenschap teweeg.
Het verhaal is in de oudheid niet in de beeldende kunst voorgesteld; wel kennen we enkele portretten van Berenike uit de regeerperiode van Ptolemaios iii, die blijk geven van haar toen reeds spreekwoordelijke schoonheid. Munten memoreren haar in verband met de Syrische overwinningen. Een aantal faience vazen uit de 3e eeuw v.C. (onder meer Allard Pierson Museum Amsterdam) tonen haar in een reliëf met een horen des overvloeds. Via verloren gegane handschriften van de astronomen is het zeven sterren tellende sterrenbeeld overgeleverd in middeleeuwse manuscripten. Het wordt dan voorgesteld als een klimopblad of een spintol.
Het gedicht van Catullus inspireerde Pope tot zijn epische gedicht Rape of the Lock 1712-14, waarin het verhaal wordt overgebracht naar de eigen tijd. Foscolo vertaalde dit gedicht in het Italiaans en schreef er een uitgebreid commentaar bij. In de 20e eeuw is er een verhaal van Arno Schmidt in Leviathan 1948. In de beeldende kunst kennen we onder meer zeven ‘portretten’ van Strozzi uit de jaren rond 1615.
Hofastronomen in Europa in de 17e en 18e eeuw volgden Konons voorbeeld door aan het firmament sterrenbeelden te ontdekken als ‘het schild van Sobierski’ (de redder van Wenen tegen de Turken), ‘Preussens Gloria’ en ‘Brandenburgs Szepter’.
Mireaux 1951.