van het verhaal: de dood als een bevrijding door een godheid van het aardse bestaan.
Ook in de literatuur van de nieuwe tijd is de mythe symbolisch voor de ontrukking aan het aardse bestaan (bijv. Lyly, een toneelwerk 1591), een gedachte die ook terugkeert in de emblematiek. Daarnaast kan de mythe verwijzen naar de superioriteit van de kuise liefde (Drayton, pastoraal gedicht 1595); naar de superioriteit van de idee boven de werkelijke ervaring (Wieland, verhalend gedicht 1762); naar de superioriteit van de liefde jegens het goddelijke boven de aardse passie (Keats, gedicht 1816); naar de onbereikbare liefde van (een) god (Platen, gedicht 1820); tenslotte naar de eeuwige slaap in intacte schoonheid (bijv. Wilde, gedicht 1881).
Moeilijker vast te stellen is wat de beeldende kunstenaars aanzet tot het uitbeelden van de mythe, al is aan te nemen dat een Endymion-stuk in een aantal gevallen bestemd was voor het slaapvertrek. Van de talrijke geschilderde voorstellingen noemen we Cima da Conegliano ca. 1500, Zucchi 1572 (plafondschildering in het Uffizi te Florence), Van Dyck ca. 1622-27, Poussin ca. 1632 (bij uitzondering een niet-slapende Endymion), Guercino ca. 1640 en 1647, Mola ca. 1654, Lairesse ca. 1677-80 (Rijksmuseum Amsterdam, afkomstig uit een slaapkamer van Soestdijk), Jean-Baptiste van Loo 1731 (Kon. Musea voor Schone Kunsten Brussel), Gran 1755 (fresco in Schloss Friedau in Obergrafendorf), Girodet 1793, Etty ca. 1833-37 en een beeldengroep van Canova ca. 1820.
Een libretto van Metastasio 1721 is op muziek gezet door onder anderen Sarro 1721, Hasse 1743, Jommelli 1756 en J.C. Bach 1774.
Dowley 1973.