Van Achilleus tot Zeus. Thema's uit de klassieke mythologie in literatuur, muziek, beeldende kunst en theater
(1995)–Eric M. Moormann, Wilfried Uitterhoeve– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 52]
| |
Arachne,dochter van de purperwever Idmon uit het Lydische Kolophon in Klein-Azië, werd allerwegen geroemd om haar weefkunst. Ovidius verhaalt in de Metamorfosen hoe zij zich verstoutte de godin Athena, patrones van vrouwelijke kundigheden zoals het weven, uit te dagen voor een tweekamp op het weefgetouw. Athena maande haar, in de gedaante van een oude vrouw, vergeefs tot bescheidenheid, nam vervolgens haar eigen gedaante aan en aanvaardde de uitdaging. Zij vervaardigde een tapijt waarop naast de Olympische goden in hun majesteit ook taferelen waren te zien van de bestraffing van sterfelijken vanwege hun overmoed, hun ‘hybris’. Arachne beeldde een aantal goden (»Zeus met name) in overspelige situaties af. Athena ontstak in woede, verscheurde het tapijt en sloeg Arachne met een weefspoel om de oren. Arachne verhing zich en werd getransformeerd in een spin.
Het verhaal van Arachne doet de ronde in de laat-middeleeuwese literatuur, als waarschuwing tegen menselijke overmoed en aanmatiging: Dante in het Purgatorio-deel van zijn Divina commedia ca. 1315; Boccaccio in De mulieribus claris ca. 1370; Christine de Pisan in Epistre d'Othéa à Hector ca. 1400. In de beeldende kunst van de oudheid komt het verhaal nauwelijks voor. Vermoedelijk is de weefwedstrijd op de marmeren fries van het Nerva-forum te Rome 96-98 voorgesteld en op een schildering in het graf van de Aurelii, 3e eeuw n.C., eveneens te Rome. Uiteraard is het verhaal talloze malen afgebeeld in de vele handschriften en vroege drukken van Ovidius' Metamorfosen en Boccaccio's De mulieribus claris. In de schilderkunst doet het verhaal zijn intrede met een schilderij van Tintoretto ca. 1544. Daarna zijn er fresco's van Taddeo Zuccaro 1560-66 in het Palazzo Farnese te Caprarola, van Luca Cambiaso ca. 1580 in het Palazzo Giorgio Doria te Genua (in een reeks wegens hun overmoed bestrafte stervelingen) en schilderijen van Sustris ca. 1595 (burcht van Landshut), Velázquez ca. 1657 (mogelijk een uitbeelding van de overwinning van de kunsten op het handwerk) en Houasse ca. 1700 (voor het Cabinet de Travail van het Grand Trianon in Versailles. Een schilderij van Rubens 1636-37 voor de grote serie met mythologische afbeeldingen voor de Torre de la Parada van El Pardo bij Madrid ging verloren. Arachne-gedichten zijn er van onder meer Gay 1712 en Empson 1935. Schwob schreef in 1891 een Arachne-novelle. D'Ambra 1993; Verheyen 1966; Welles 1986. |
|