geen eigen mythen hebben (Wind en Vrede bijvoorbeeld), of ten slotte op de grens staan tussen mythe en geschiedenis (bijvoorbeeld Romulus en Remus, de stichters van de stad Rome).
De lemmata zijn alfabetisch gerangschikt volgens de Griekse naamvoering en spelling; de Latijnse synoniemen worden telkens in de betreffende beschrijving vermeld en voorts in het register; slechts in een enkel geval is daarvan afgeweken op grond van het feit dat een figuur zuiver Romeins is (Flora) of te zeer met de Romeinse wereld is verbonden (Aeneas). Etruskische namen en specifieke, daarmede verbonden aspecten zijn buiten beschouwing gelaten op grond van de overweging dat zij in de post-antieke cultuur nauwelijks een rol gespeeld hebben. Het teken » verwijst naar een ander lemma. Het wordt alleen gebruikt wanneer de daar te vinden informatie noodzakelijk is voor een goed begrip van de uiteenzetting.
De titel van een kunstwerk, toneelstuk, opera of boek wordt weggelaten, tenzij deze titel niet direct verraadt dat het werk over de behandelde gestalte gaat, of tenzij hij karakteristiek is voor de inhoud. Zoveel mogelijk is het jaar van ontstaan (beeldende kunst), publikatie (literatuur) of eerste uitvoering (toneel, muziek) aangegeven. In het geval van wand- en plafonddecoraties die zich nog in hun originele positie bevinden, en bij kunstwerken in Nederlandse en Belgische musea wordt de verblijfplaats aangegeven. Bij de opera's wordt eerst de naam van de componist en vervolgens die van de librettist (indien bekend) genoemd. De antieke auteurs worden niet met nauwkeurige bronvermelding geciteerd; degene die de precieze plaatsen wil vinden, moet gespecialiseerde literatuur raadplegen. Behoudens afwijkende vermelding gaat het, als niet steeds het werk is vermeld, bij Ovidius om de Metamorphoses, bij Hesiodos om de Theogonia, bij Vergilius om de Aeneis, bij Loukianos om de Godengesprekken, bij Apollodoros om de Bibliotheke, bij Hyginus om de Fabulae. Na elk lemma volgt een opgave van studies die geheel of in belangrijke mate daarop betrekking hebben.
Twee registers en een lijst van publikaties moeten het gebruik van het boek vergemakkelijken. Zoals gezegd worden in het ene register alle in het boek voorkomende mythologische gestalten genoemd. Door de verwijzing naar lemmata en niet naar bladzijden kan de lezer zich snel een beeld vormen van de samenhang tussen de verschillende mythologische figuren. Het andere register behelst alle auteurs, componisten, librettisten en beeldende kunstenaars van wie werken worden genoemd. Ook hier wordt naar de lemmata verwezen, zodat de lezer in één oogopslag een indruk krijgt van de door een kunstenaar gebruikte mythologische themata. De bibliografie bevat slechts specifiek op de mythologie betrekking hebben-