Dagelijks leeven van een wel-gesteld Christen, uit-gebeeld in verscheide zang-versen
(ca. 1720)–David Montanus– AuteursrechtvrijAvond-Gebed.45. Getrouwe Schepper! laat mijn dank,Ga naar margenoot+
Mijn Avont-zank,Ga naar margenoot+
Als reuk-werk tot u rijsen,
Voor gunst bewijzen,
Als den dag soo lank.
O Heer! ik hebb u quaatGa naar margenoot+
Voor goet vergolden!
Laat goedig mijn misdaadGa naar margenoot+
Zijn quijt gescholden.
Will my uw Beeld herstellen;
Maak mijn smett mijn smert;
Leer my mijn dagen tellen;
Schenk my een wijs hert;Ga naar margenoot+
De Wagt vergeefs nagt-braken,Ga naar margenoot+
Soo uw oogen niet en waken:Ga naar margenoot+
Hout over my de Wagt,Ga naar margenoot+
Soo slaap ik zoet en zagt.Ga naar margenoot+
| |
[pagina 28]
| |
46. Ik leg mijn Kleeren af, en neer,
In hoop' om weer
Die morgen aan te trekken,
Als Gy my wekken
Ga naar margenoot+Zult van 't slaapen, Heer!
Doe my soo vry en bly
Afleggen 't leven,
In hoope dat Gy 't my
Ga naar margenoot+Zult wedergeven.
Ga naar margenoot+Het vuile kleed der zonde,
Ga naar margenoot+Waardig straffe straff,
Ga naar margenoot+Doe my te dezer stonde,
Ga naar margenoot+Willig leggen af:
Ga naar margenoot+Laat my niet, als een Biggen,
Ga naar margenoot+In dien modder neder liggen,
Ga naar margenoot+Nog als ik op zal staan,
Dat kleed weer trekken aan.
|
|