hij zijn emeritaat. Hij schreef: Lectionum Tullianarum in opera quaedam Ciceronis philosophica animadversionum criticarum libri tres (Harl. 1730). Na zijn dood bezorgde Hendrik Johan Arntzenius (dl. I, kol. 178) Coelii Sedulii carminis Paschalis libri V et hymni duo, cum notis C. Barthii...., quibus adcedunt Thomae Wopkensii adversaria emendatoria maxima ex parte adhuc inedita (Leeuw. 1761). Ook zijn nagelaten: Animadversiones in Tacitum werden door denzelfde uitgegeven te Utrecht in 1794.
Zie: S. Blaupot ten Cate, Gesch. der doopsgezinden in Friesland (Leeuw. 1839), 237; C. Sepp, Johannes Stinstra en zijn tijd (Amst. 1865-66) I, 174, 197, 201-203; II, 141, 147 v.; J.G. de Hoop Scheffer, Inventaris der archiefstukken.... bij de Ver. Dpsg. gem. te Amsterdam (1883), I 125 (no. 669); II, 281 (no. 1894).
Knipscheer