[Wissenzoon, Willem]
WISSENZOON (Willem), Wissonis of Wysse, pastoor van 's Heer Arendskerke in Zeeland, overl. 23 Oct. 1521, was een zoon van Wisse Rogierz en diens vrouw Dorothea, zeer bemiddelde inwoners van dat dorp. Hij is bekend door zijn testament, dat hij 27 Aug. 1518 deed opmaken en 22 Oct. 1521 tijdens zijn ziekte door een codicille bevestigde. Hij overleed daags daarna. Het testament, waarvan een uittreksel in Hist. ep. middelb. 57, werd vertaald en in afschrift gevonden te Sluis en uitgegeven in Bijdr. bisdom Haarlem XIX, 204-225. Het geeft een kijk op de gebruiken van dien tijd, en door zijn uitvoerige bepalingen en talrijke legaten eenige bijdragen voor de geschiedenis van het dorp, waar de pastoor in zijn eigen nieuw huis woonde. De godvruchtige pastoor ijverde bijzonder voor het zingen der kerkelijke getijden. Hij besprak, dat zijn neef en executeur Lauwerens Govaartszoon, zijn leven lang mag wonen in dat huis. Deze is wel dezelfde als de kapelaan van het St. Barbaraaltaar van 's Heer Arendskerke, Laurentius Godefridi de Duvenee, die 1505 of 06 als clericus te 's Heer Arendskerke in bezit was gesteld van die vicarij. Hij stierf daags vóór zijn pastoor. In de ned. herv. kerk vindt men nog zijn grafzerk, waarop een geestelijke is gegrift met een wapen: een golvende dwarsbalk, vergezeld van drie duiven en het opschrift vermeldend, dat de kapelaan van deze kerke Heer Laureys Govaertsz. van Duvenée overleden is 22 Oct. 1521.
De pastoor Wisse had bepaald, dat zijn executeurs zijn testament zouden doen registreeren in het kerkenregister en een heerlijken steen op zijn graf ‘ter eeuwiger memoriën zouden coopen’. Aan beide eischen werd voldaan. Nog ziet men in de hervormde kerk van 's Heer Arendskerke een grafzerk, waarop een priester met kelk in de handen en het opschrift: Hier leghet begraven Heer Willem Wysse pastor van deser kerken was sterf ao. XVc ende XXI den XXIIIt dach in October.
Zie: P.M. Grijpink, Register op de parochiën, altaren, Zuid-Bevel 44; Bloys van Treslong Prins, Genealogische en Heraldische gedenkwaardigheden (Utr. 1919), 83.
Fruytier