een hout- en steenhandel werd gedreven, terwijl tevens gehandeld werd op Leeuwarden in koolzaad en op Holland in melkkoeien. Zij verlieten in den herfst van 1811 Eenrum en kochten den houtzaagmolen en schelpkalkbranderij van Feisser en Bouer te Winsum (Gr.). Hun zoon werd op 12-jarigen leeftijd naar de fransche kostschool van Runckel te Hoogezand gezonden, daarna naar die van T.S. Hoekzema te Groningen. In 1824 huiswaarts gekeerd, was hij zijn vader in de drukke, winstgevende zaak behulpzaam. In 1836 huwde hij met Fenje van Clooster, dochter van Lammert Ubels van Clooster en Menstje Jans Smith, landbouwers te Raskwerd. Zijn ouders overleden omstreeks 1840, zijn schoonouders omtrent 1850.
Hij was in 1837 mede-oprichter van het Genootschap nijverheid te Onderdendam. In 1841 en 1842 hielp hij den straatweg van Winsum naar Groningen tot stand brengen. Bij de eerste rechtstreeksche verkiezing in 1850 werd hij lid van de Provinciale staten. Op zijn initiatief kwam in 1867 een fonds tot stand tot het ontwerpen van een spoorwegplan Groningen-Winsum, in verband met stoombootdiensten naar Uithuizen en naar Zoutkamp. Een proefvaart langs verschillende kanalen naar verscheidene dorpen had plaats met de stoomboot Oldampt op 13 en 14 Oct. 1867. Dit plan kwam echter niet tot uitvoering. In 1869 candideerde men hem voor het Kamerlidmaatschap; in herstemming gekomen, trok hij zich terug en de oudminister Olivier werd benoemd. Hij kocht in 1857 de burcht Ewsum aan met landerijen te Middelstum. Het bouwvallige liet hij sloopen en vooral is op zijn aandrang door belanghebbenden de Oosterbuursterweg verhard. Bij het overlijden van zijn echtgenoote in 1880 waren van een tiental kinderen nog acht in leven. De oudste zoon werd hoofd van het kassierskantoor Wierda en Zonen te Groningen, de volgende werd in plaats van zijn vader burgemeester van Winsum, de jongste was werkzaam in de zaak zijns vaders. Hij gaf zijn pennevruchten uit onder den titel Vijftig jaren (1835-85) I, proza (Gron. 1887), II, poëzie (Gron. 1888). In dl. I bevindt zich een korte autobiografie.
Wumkes