Sluis op het stadhuis de eerewijn aangeboden. Hij resideerde aldaar niet, verbleef in Henegouwen, doch had een plaatsvervanger (Anal. Soc. Emul. de Flandre LIV (1904), 223).
Uit een brief van 9 Mei 1394 van een kanunnik uit Rijssel, Jac. Olearius, blijkt, dat Walter van Caetzand een man van invloed was. Hij komt nog voor als procurator aan het pauselijk hof in de jaren 1394, 95 en 96 voor de vlaamsche abdijen Loos, St. Pieter, St. Baaf, enz. als magister Walter De Gaiand, de Casant. Een laatste maal is hij vermeld 1 Sept. 1396 als W. Witemen de Caedzand. Waarschijnlijk is hij omstreeks dien tijd overleden. Het pastoraat van Sluis was 1398 in bezit van P. van Amele, zijn opvolger.
Zijn portret is gelithografeerd door L. Springer.
Zie: U. Berlière, Inventaire analytique des libri obligationum et solutionum des archives vaticanes, no. 814, 829, 847, 1082, 1164, 1175, 1191, 1201, 1211, 1233, 1239, 1246, 1253, 1260, 1263, 1268; Bulletin de l'institut hist. belge de Rome IV (1924), 104, no. 79, 121, no. 108, 122, no. 110; Analecta Vaticano-Belgica VIII: Hanquet, Suppliques de Clement VII, I, 214, no. 683, 472, no. 1702.
Fruytier