nessen en 9 Sept. 1699 te Cuyck, voor de schepenen, (om te voldoen aan de ordonnantie der Generale Staten) gehuwd met Hendrina Dorothea de Bors (ged. te Roermond 29 Juli 1678, overl. te Maeseyck 12 Maart 1729), dochter van Joannes Franciscus, heer van Overen, licentiaat in de beide rechten en keizerlijk postmeester te Roermond en van Anna Maria van Dulcken. Uit dit huwelijk twaalf kinderen, o.a. Joannes Petrus, keizerlijk postmeester te Roermond, heer van Halbeeck, lid der broederschap van het H. Sacrament in de St. Christoffel-kathedraal te Roermond sedert 23 Juni 1743 (geb. te Roermond 3 Jan. 1701, overl. aldaar 29 Maart 1768), huwde te Hasselt in 1740 (volgens huw. contr. d.d. 27 Sept. 1740 op het huis te Munt te Tegelen) Maria Martiana Catharina de Hassard (ged. te Maastricht 7 Dec. 1702, overl. te Roermond 16 Nov. 1743), dochter van Joannes Balthasar, majoor in het regiment van baron van Pallant in dienst der Generale Staten en van Gertrudis Cobens; Joannes Godefridus Eugenius (die volgt), Joannes Joseph, heer van de Munt (geb. te Pempelfort 1716 (?), overl. in 1742; begraven op het koor der kerk van Tegelen) en
Antonius Joseph (die voorgaat).
Zie: Egmond van Wintershoven Genealogische aanteekeningen betreffende het geslacht van Wevelinchoven, 15-17; J. Huysmans, De familie van Wevelinckhoven in Limburg's Jaarboek XXVI, 3-4 afl. (1920), 39; J. Verzijl, Genealogie van Wevelinckhoven (m.s.); A.F. van Beurden, De Broederschap van het Heilig Sacrament in den St. Christoffel te Roermond in Limburg's Jaarboek XXVIII, 3-4 afl. (1922), 114, 117; G. Peeters, Chronologische beschrijving van Tegelen, 63 v.; Maasgouw (1909), 23.
Verzijl