Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 10
(1937)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen– Auteursrecht onbekend
[pagina 1172]
| |
geschriften Geestelijke wapenkreeten en belijdenis mijns geloofs (Veendam 1835); De Gesteldheid van de Ned. Herv. kerk, en de Avondwolf onder de lammeren van Christus, voorgesteld in twee brieven (Veendam 1835) en Lofdicht van een door God geduldig en lijdzaam gemaakten lijder (Veendam 1835), waarin hij met beslistheid de zijde koos van Ds. Hendrik de Cock te Ulrum in zake de Afscheiding. Hij hielp de Cock in het copieeren van stukken en werd oefenaar te Uithuizen (3 Aug. 1835). In 1841-42 ontving hij onderricht van de Cock te Groningen en Ds. F.F. de Haan te Birdaard, die destijds belast werd met de opleiding van a.s. predikanten. Hij oefende te Leeuwarden, werd in 1844 geordend en diende, na Leeuwarden, de gemeenten te Ferwerd, Lioessens, Broek op Langendijk, den Helder en Burum. Om meer leiding te geven aan het kerkelijk leven verzorgde hij Synodale Besluiten der Chr. Afgesch. Geref. Kerk in Nederland van 1836-57 (Kampen 1859). Met K.J. Pieters en J.R. Kreulen gaf hij uit Apologie. Is de Afscheiding in Nederland van het Herv. Kerkgenootschap zooals het thans en sedert 1816 bestaat uit God of uit de menschen? (Franeker 1856). In 1864 vertrok hij naar N. Amerika, waar hij voorganger werd van de ‘Ware hollandsche Geref. kerk’ te Graafschap (Mich.), waar hij o.a. belast werd met de opleiding van a.s. predikanten en met de redactie van het kerkelijk orgaan De Wachter. Zie: Christel. Encyclopaedie I, 44, 447; VI, 441. Wumkes |
|