[Wenzing, Christoffer]
WENZING (Christoffer), geb. te Midwolde in Mei 1659, overl. te Groningen 23 Aug. 1703. Zijn ongenoemde lijkredenaar zeide in Lyk-reden op Christoffer Wenzing.... uitgesproken in de vergadering der Collegianten te Groningen 21 Sept. 1703, met lijkdichten o.a. van C. van Eeke (zie dit dl., kol. 251) (Amst. 1704): dat hij ‘wel is waar van moederszijde uit adellijken bloede was, maar toch alleen edel door eigen deugd’. Hij sloot zich te Groningen eerst bij de oude Vlamingen aan en wilde in die gemeente een soortgelijke beweging veroorzaken als Galenus Abrahams de Haan (zie dl. V, kol. 215) te Amsterdam. De uitslag was evenwel een andere. Hij werd in 1689 uitgebannen en sloot zich bij de Collegianten aan, die hij tot zijn dood trouw bleef. Van een dispuut van hem met Derk Alles (zie dl. IV, kol. 37) op 25 tot 27 Juli, 24 tot 27 Oct. 1686 en 27 Mei 1687 is het ‘uitvoerig verhaal en vertoog’ bewaard in het archief van de Doopsgezinde gemeente te Amsterdam.
Zie: J.C. van Slee, De Rijnsburger Collegianten (Haarl. 1895), 10, 22, 25, 42, 91 v., 121; C.B. Hylkema, Reformateurs, tweede stuk (Haarl. 1902), 217, 222-228, 257, 273, 368, 405; Catalogus.... van de bibliotheek der Ver. dpsgz. gem. te Amsterdam (Amst. 1919), 256; Inventaris der archiefstukken berustende bij de Ver. dpsgz. gem. te Amsterdam II (Amst. 1884), no. 2945 (d.d. 12 Febr. 1688); S. Blaupot ten Cate, Gesch. der Doopsgezinden in Groningen enz. I (Leeuw.-Gron. 1842), 187 v.
Knipscheer