[Verburg, Jan Dionyszoon]
VERBURG (Jan Dionyszoon), geb. te Rotterdam omstr. 1620, overl. aldaar 21 Oct. 1691. Hij had een zoon, Christiaan Verburg. Omstr. 1640 moet hij met de collegianten in aanraking zijn gekomen. Hij werd ‘een steunpilaar van de rijnsburgsche vergadering’ genoemd. Zie over zijn sterfbed by Hylkema, a.w. II, 41 in aant. 86. Remonstrantsche predikanten achtten hem alleszins geschikt om ook in de kerk als prediker op te treden. Eens heeft hij ƒ 50.000 voor de verdreven refugié's verzameld. Zijn lijkredenaar was gehuwd met zijn zuster en gaf uit: Lijkreden op J.D. Verburg, uitgesproken in de Waterlands Doopsgezinde kerk 26 Oct. 1691 door Paulus Bredenburg (zie dit dl., kol. 113), met vele lijkdichten (Rott. 1691). In een grafschrift noemde iemand hem ‘een Christen Kato’. Verburg schreef: Lijkreeden over het leven en sterven van Jan Hartigveld (zie over dezen dl. IV, kol. 1031 en de Bie en Loosjes, Biogr. woordenb. van Protest. godgel. in Ned. III, 531-534).... voorgedragen aan de Broederen Collegianten in haar vergaderinge tot Rotterdam, met een lijkdicht (Rott. 1678); Brief aan N.N. tot wederlegginge van het zoogenaamde Zedig berigt.... van A. Lemmerman (zie dit dl., kol. 513), waar in klaarlijk word aangewezen de ongegronde lastering en onhebbelijke handelingen gepleegt tegens.... J. Bredenburg (zie dl. IV, kol. 292 v.) (Rott. 1684); Brief aan A.S. of Kort en waarachtig verhaal van de opkomst en voortgang van 't weeshuys der Collegianten tot Amsterdam (Rott. 1686); Brief aan J.C., behelsende een klare ontdekkinge van de onbedaghtheyt bij de heer Ph. van Limborg (dl. XI, kol. 608-611) tegens de persoon van J. Bredenburg
ende J.D. Verburg in sijn brief geschreven aan N.N., anders: Barent Bos (Rott. 1686); Brief aan F. Kuyper (zie dl. IV, kol. 868 v.), waar in des zelfs groote uytsporigheden werden aangewesen (Rott. 1687), waarna is verschenen: Aanwijsing van de groote uitsporigheden en grove onwaarheden, die J.D.V. in zijn brief aan F. Kuyper tegens P. S[mout] (zie dit dl., kol. 944) begaan heeft (Rott. 1688).
Zie: Catalogus.... van de bibliotheek der Verdpsgz. gem. te Amsterdam (Amst. 1919), 162-164, 255 v.; J.C. van Slee, De Rijnsburger Collegianten (Haarl. 1895), 96 v., 122, 125 v., 130, 162, 168, 171, 216, 245 v., 258, 261, 292, 317, 325 v., 343, 353, 416; C.B. Hylkema, Reformateurs, eerste stuk (Haarl. 1900), 53, 82, 127, 155 v.; tweede stuk (Haarl. 1902), 2, 4 v., 22, 25, 29, 40 vv., 58 v., 72, 174, 272 v., 277, 370; W.J.