Amsterdam, zonder zich eerst nog van de friesche gemeenten los te maken. Meermalen was hij voorzitter van de synoden der afgescheiden kerken. In 1854 was hij een der vier eerste hoogleeraren aan de te Kampen opgerichte Theologische school der later ‘Christelijk Gereformeerd’ genoemde kerken. Hij bleef dit tot 1889. Ook in die hoedanigheid bleef hij de synoden bezoeken, terwijl hij meermalen de kerk in het buitenland, met name bij de zusterkerken in België en Schotland, vertegenwoordigde. Hij was aanwezig bij de overreiking aan koning Willem III in 1878 van het bekende Volkspetitionnement in zake de schoolwet-Kappeyne. In 1892 beleefde hij te Amsterdam nog de vereeniging der ‘Afgescheidenen’ en ‘Doleerenden’.
Hij schreef: Stemmen eens wachters op Sions muren (1836); Verantwoording wegens Godsdienst, hoofdzakelijk gedaan voor de regtbank te Heerenveen, benevens een woord aan mijne landgenooten (1836); Apologie der kerkelijke afscheiding in Nederland of Brief aan mr. Groen van Prinsterer, betreffende zijn gevoelen over de Afscheiding en de Afgescheidenen (1848); Eene levensvraag. Leerrede gehouden den 24en April 1853, bij gelegenheid van de aangekondigde invoering der Bisschoppelijke Hierarchie in Nederland (1853); Gedachtenis, of Tweetal preken (1854); Wittenberg-Wesel-Dordrecht. Leerrede ter gedachtenis aan de Kerkhervorming, de synode van Wesel en de synode van Dordrecht van 1618 en 1619 (1868); De aanstaande verkiezingscampagne (1883); Verdediging en toelichting van eene zinsnede uit artikel 36 der Nederlandsche Geloofsbelijdenis (1884); De vereeniging van alle Gereformeerden tegenover den afval van het geloof in Nederland (1887). Als Avondstemmen verzamelde zijn schoonzoon Ds. J.W.A. Notten eenige opstellen van toen wijlen prof. S. van Velzen.
Zijn portret bestaat als prent van N.M. de Roode.
Zie: Een schat in aarden vaten, eerste serie IV, Karakter en genade. Het leven van Simon van Velzen geschetst door J.A. Wormser (1916).
de Gaay Fortman