[Trip, Hendrik Rudolph (2)]
TRIP (Hendrik Rudolph) (2), geb. te 's Hertogenbosch 2 April 1779, overl. te 's Gravenhage 7 Jan. 1865, zoon van Hendrik Rudolph T. (1), hiervoor, en Gijsberta Maria van Omphal, trad 9 April 1791 als kadet bij het korps artillerie te voet in hollandschen dienst. In 1809 werd hij luitenant-kolonel bij den staf van het korps artillerie en genie. Bij de vereeniging van Holland met Frankrijk in 1810 ging hij over in franschen dienst en werd 17 Oct. 1813 krijgsgevangen bij Leipzig. In 1814 trad hij weder als luitenant-kolonel bij het korps rijdende artillerie in nederlandschen dienst; in 1820 werd hij kolonel; in 1826 generaal-majoor en in 1831 opperbevelhebber der artillerie bij het leger te velde. In 1837 werd hij benoemd tot directeur-generaal van oorlog, uit welke betrekking hij eervol ontslagen werd 25 Dec. 1839 en op denzelfden datum benoemd tot adjudant-generaal van Z.M. den Koning en tot lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal. Na in 1840 bevorderd te zijn tot luitenant-generaal werd hij op zijn verzoek 17 Sept. 1841 gepensionneerd. Hij maakte verscheidene veldtochten mede o.a. in Spanje 1809-12, in Duitschland en Frankrijk. Hij werd gewond in den veldslag van Talavera, 28 Juli 1809, en in dien van Bartsen, 21 Mei 1813.
Zie: H.J. Trip, De Familie Trip (Gron. 1883), 171, 172.
Wumkes