[Trip, Hendrik (1)]
TRIP (Hendrik) (1), ged. in de Waalsche kerk te Dordrecht 14 Jan. 1607, begr. te Amsterdam 15 Nov. 1666, zoon van Jacob T. (1), die volgt, en Margaretha Louis de Geer, huwde 26 Apr. 1633 te Amsterdam met Cecilia Godijn (Godin), dochter van Samuel Godin, hertrouwde met zijn nicht Johanna de Geer, een dochter van Lodewijk de Geer (dit dl. kol. 275). Hendriks zoons uit dit tweede huwelijk, Louis (2) en Matthias, volgen. In 1626 deed hij zaken in Zweden voor zijn oom Elias, zie hiervoor, die hem een legaat vermaakte van ƒ 600, waarmede hij in compagnieschap met zijn broeder Louis (1) handel in oorlogswapens dreef. Met dezen broeder kocht hij in 1660 de noodige bouwruimte voor hun ontworpen woning met de getimmerten daarop voor ƒ 54.000. Ontwerp en bouw van het huis werden opgedragen aan den architect Justus Vingboons. In hetzelfde jaar werd de eerste steen gelegd op de Kloveniersburgwal en bij de voltooiing werd de koopmanswoning geroemd als een koninklijk paleis. De zuiderhelft viel bij het lot aan Louis, de noorderhelft aan Hendrik ten deel. In 1801 en 1802 kwam het noordelijk gedeelte aan den kunstmakelaar Cornelis Sebille Roos die er een kunstgalerij in aanlegde; reeds in 1750 had de kunstliefhebber Gerret Braamcamp het zuidelijk gedeelte tot museum bestemd. De achterkleinzoon van den medestichter, Mr. Louis Trip de Marez vermaakte laatstgenoemd deel bij testament van 27 Juli 1771 aan de stad Amsterdam. Onder koning Lodewijk in 1809 verkocht Roos zijn recht op de noorderhelft ten gebruike van het ‘Wetgevend Lichaam’ voor ƒ 72.000. Thans staat het Trippenhuis daar als een monument van het oud-amsterdamsch handelspatriciaat. Het huis, voor de eene helft aan het Rijk, voor de andere helft aan de stad behoorende, werd eerst Rijksmuseum en is thans
de zetel der Kon. acad. van wetenschappen.
Een door een onbekende geschilderd portret in de verz.-douair. baronesse van Nagell-von Kretschmar op huize Neder-Hemert bij Heusde. Een marmeren borstbeeld door een niet genoemd kunstenaar werd bezongen door Jan Vos.
Zie: J.A. Alberdingk Thijm, Het Trippenhuis en zijne bewoners in De Dietsche Warande (Amst. 1871), IX; H.J. Trip, De Familie Trip (Gron. 1883), 214-219.
Wumkes