[Toll, Abraham Arnold van]
TOLL (Abraham Arnold van), geb. te Utrecht, zoon van Theod. v.T., liet zich in 1711 inschrijven als student aan de hoogeschool aldaar, was predikant te Lopik (1716-60) en overleed 1764. Van hem verscheen: Bedenkingen over het voorstel, of niet een zwaarder straf dan in gebruik is, behoorde gesteld te worden op een predikant, die met zijn dienstmeid gemeenschap gehad heeft, al was het zelfs met ontzettinge van zijnen dienst (Utr. 1728): Aanmerkingen op de eerste beginzelen der woorden Gods tot eyge gebruyk ontworpen door ds. Petrus Laan (Utr. 1731); Predicatie over Genesis 4:7 ter bevestiging van ds. Arn. Kruys (Utr. 1737); Jabal, Jubal en Tubalkain ofte verhandeling van hun afkomst, leeftijd, uytvindingen, geweldenarijen, regeering, godsdienst (Utr. 1738); De uytnemendheid der ouden boven jonge predicanten (Utr. 1740); Verhandeling over den kinderdoop, in vergelijking met een werk uitgekomen onder de tytel: de waarheid vervolgd en verdrukt en het recht der kerk verraden en verkragt in den persoon van B. Keppel (Utr. 1745); Aanmerkingen op de nieuwe psalmberijming van den heer J.E. Voet (1764); Tijdige en grondige bedenkingen omtrent het vorige stukje over een lid van het genootschap Mavult prodesse, quam conspici ('s Gravenh. 1764).
Wumkes