[Tenckinck, Jan Willem Coenraad]
TEN(C)KINCK (Jan Willem Coenraad), geb. te Stavoren in 1777, overl. te Oost-Zaandam 26 Aug. 1845. Egbertus Henricus Tenckinck (zie dl. IV, kol. 1300) was zijn vader. Hij heette naar zijn grootvader (geb. te Mechelen in Sept. 1707, toen zijn vader als chirurgijn-majoor bij de troepen van den staat in garnizoen lag, overl, te Franeker, als predikant te Warga 20 Sept. 1768, begraven te Warga). Hij werd predikant te Venhuizen in 1797, te Zaandam in 1813 en schreef: De Evang. geschiedverhalen.... 2 deelen (Hoorn 1803), ook verschenen in grooter formaat; Verhandeling over.... het pinksterfeest (Gron. 1808); Tweetal leerredenen (Amst. 1815); De Hervorming der zestiende eeuw, leerrede met aanhangsel (Amst. 1817); Overzigt van de gesch. der kerk (Amst. 1818). Hij was ook redacteur en medewerker van de Boekzaal (zie jaarg. 1845, II, 398, 400, 542). Wijbrandus Jacobus Tenckinck, die volgt, was zijn broeder.
Zie: B. Glasius, Godgeleerd Nederland III ('s Hert. 1856), 426; Kobus en de Rivecourt, Biogr. handwoordenboek III (Zutph. 1870), 19; Kerkelijk Handboek (1908), Bijl., 146, 152; Alphabetische naamlijst van boeken enz. (1790-1831), 594; T.A. Romein, Naamlijst der predikanten.... van Friesland (Leeuw. 1886), 158, 361.
Knipscheer