en ‘der Philistijnen’) het woord: ‘grensen’. Op zijn naam staan twee werken die wij niet nader aangeduid vinden, n.l.: Drie kerkredenen en Oorlogspredikatien.
Zijn portret is gegraveerd door F. Boonen en P. Schenk, beide naar A. Boonen.
Zie: Veeris en de Paauw, Vernieuwt kerkelijk alphabeth (Enkh. 1750), 197 v.; Kerkelijk Handboek (1907), Bijl., 110, 116; (1908), Bijl., 101; Bibliotheca theologica et philos. (Lugd. Bat., Burgersdijk en Niermans, 1900), 798 (no. 863 v.); Noordbeek en Mourik, Naamrol der godgel. schrijvers, vierde druk (Amst. [1752]), register; W.P.C. Knuttel, Acta der synoden van Zuid-Holland V (1673-86) ('s Gravenh. 1915), 345, 382 v., 420, 470, 472, 512-516, 544, 552, 560, 563, 584, 587 v.; VI (1687-1700) ('s Gravenh. 1916), 106, 555, 568; R. Dijkstra, Gedenkboek der Nederd. Herv. Gemeente te Amsterdam (Amst. 1928), 197.
Knipscheer