[Staveren, Gabriël Leonardus van Oosten van]
STAVEREN (Gabriël Leonardus van Oosten van), geb. te Brielle in 1810, overl. te Dremt 26 Oct. 1836. Hij studeerde te Leiden en was nog geen drie maanden predikant te Dremt, toen hij stierf. Zijn vader was Johannes Samuel van Staveren (kol. 962), die in 1810 predikant te Brielle was. Dat hij vóór 1836 te Stavoren zou gestaan hebben, is een vergissing (zie Kerkel. Handb., 1903, Bijl., 123 en 1911, Bijl., 184). Van hem is verschenen: een bundel Gedichten (Amst. 1832); Het beleg van Haarlem, 1572-73. Dichterlijke tafereelen (Utr. 1834); De hoop, dichtstuk, vrij gevolgd naar het Engelsch van Th. Campbell (Nijm. 1837); De laatste der Mohikanen, of de Engelschen in Amerika, naar het Engelsch (Leid. 1833); Lord Nigel, of de Schot in Londen, naar het Engelsch, twee deelen (Leid. 1834). Zijn broeder J.J.W. van Staveren (zie boven) gaf na zijn dood uit: Zestat nagelaten leerredenen (Haarl. 1837). Eindelijk verscheen: Albertus Radijs, Tweetal leerredenen, gehouden na het overlijden van.... G.L. van Oosten van Staveren (Doesb. 1837) (zie in dit deel in voce A. Radijs).
Zie: Kobus en de Rivecourt, Biographisch handwoordenb. II (Zutph. 1870), 949 v.; Kerkelijk Handboek, zie boven; J.I. van Doorninck, Bibliotheek van Nederl. anonymen en pseudon. ('s Gravenh.-Utr. [1870]), 617 (no. 5925), 644 (no. 6147), 647 (no. 6181); Alphabetische naamlijst van boeken enz. (1835), 118; (1839), 101; (1833-49), 128, 147, 494, 537, 607; E.A. van Beresteyn, Repertorium van gedrukte genealogieën.... (Haarl. 1933), 17 (no. 42), 156. 188.
Knipscheer