In 1806 krijgt Starckenborgh van den nieuwen gouverneur Changuion de keus tusschen het fiscalaat en den post van president van den raad van civiele en crimineele justitie. Hij koos het laatste. Het volgend jaar, als de Engelschen het eiland bij verrassing genomen hebben, wordt hij tegelijkertijd tot fiscaal en vice-president van politie en civile justitie benoemd, over welke vereeniging van functies nog heel wat te doen is geweest. Fiscaal is hij nog, als in 1816 de kolonie aan Nederland wordt teruggegeven. Reeds was zijn ontslagaanvrage naar de regeering in het moederland, toen hij in 1819 bij het plotseling overlijden van den gouverneur-generaal Kikkert als eerste in rang aanwezige ambtenaar diens functie moest waarnemen. Vóór de nieuwe gouverneur, P.R. Cantz'laar, aangekomen was, overleed van Starckenborgh.
Zie: De West- Indische Gids (1919-20): Curaçao tegen het einde der West- Indische Compagnie; id. (1924-25): De eerste dagen van het Engelsche bewind op Curaçao in 1807; id.(1927-28): Curaçao en onderhoorige eilanden 1816-28; Koloniaal Weekblad 11 Oct. 1928.
de Gaay Fortman