Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 10

[Sibranda, Johannes]

SIBRANDA (Johannes), geb. te Witmarsum 20 Sept. 1668, overl. te Franeker 18 Dec. 1696. Zijn ouders waren Jacob Sibranda en Sytske Hiddinga. Hij studeerde aan de latijnsche school en in de godgeleerdheid aan de academie te Franeker, werd in 1692 voor de classis Leeuwarden toegelaten tot het predikambt, en 6 Mei 1693 benoemd tot praelector in de grieksche taal aan dezelfde academie als opvolger van Jacobus Perizonius (zie dl. V, kol. 467-469). Onder Campegius Vitringa (zie in dit deel in voce) promoveerde hij op zijn Dissertatio de statu Judaeae provinciae sub procuratoribus, veraque interpretatione Joh. 18:13 (1689), na zijn dood door zijn broeder Hero S., die voorgaat, uitgegeven (Fran. 1698), vermeerderd met diens Observationes quaedam philologicae ex auctoris manuscriptis, daarna nog opgenomen in: Thesaurus novus philologicus.... ex museo Th. Hasaei et Conradi Ikenii (Ludg. Bat. 1732) dl. II (zie dl. VIII, kol. 900 en De Bie en Loosjes, Biogr. woordenboek v. Protest. godgel. in Ned. IV, 456). Voorts verscheen van hem: Diatribe de oraculo Dodonaeo (Fran. 1695); Diatribe ad locum 1 Petr. 5:5 (Fran. 1696), ook opgenomen in Bibliotheca Bremensis hist.-phil.-theologica (ed.

[p. 918]

Hasaeus et Lampe) (Brem., Amst. 1718-1727); VII, 953-955); Diatribe ad locum Gal. 6:17 (Fran. 1696); De Macello [vleeschhuis], 1 Cor. 10:25 (Fran. 1698), waarschijnlijk door zijn broeder Hero uitgegeven; Notulae posthumae in Josephi librum I Antiquitatum Judaicorum, opgenomen in de uitgave van Siwart Haverkamp van de werken van Flavius Josephus (Amst. 1720) (zie dl. VII, kol. 537 v.). Genoemd worden eindelijk: Bekeerde moordenaar (Amst. 1718); Het ware heiligdom.... (Amst. 1719); Het Jubile.... (Amst. 1722) en Positiones philologicae in collegio privato annis 1695 et 1696 disputatae.

Hij was gehuwd met Ida Swalue, dochter van Bernard Swalue, med. dr. te Harlingen. Sebastiaan Schelkens, in 1696 rector van de academie, herdacht hem in een Programma funebre.

Zie: B. Glasius, Godgeleerd Nederland III ('s Hert. 1856), 349 v.; W.B.S. Boeles, Frieslands hoogeschool en het rijksathenaeum te Franeker II (Leeuw. 1879), 340 v.; E.L. Vriemoet, Athenae Frisiacae.... (Leov. 1758), 707-710; Kobus en de Rivecourt, Biographisch handwoordenboek II (Zutph. 1870), 872 v.; T.A. Romein, Naamlijst der predikanten.... van Friesland (Leeuw. 1886), 293; Bibliotheca theologica et philos. (Lugd. Bat., Burgersdijk en Niermans, 1900), 64, 292.

Knipscheer