Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 10

[Sibelius, Taco]

SIBELIUS (Taco), overl. te Gouda in 1777. Hij werd predikant te Eemnes-buiten in 1751, te Alfen aan den Rijn in 1756, te Gouda in 1767. Taco Sibelius, geb. te Harlingen, predikant te Weidum in 1688, te Waaxens 28 Mei 1696 (leger-predikant 5 Nov. 1702) en te Dokkum in 1703, overl. 2 Juni 1704 was zijn grootvader. Adolphus Sibelius, sedert 1700 predikant te St. Jacoba-Parochie, overl. 7 Aug. 1705 (17 April 1698 gehuwd met Catharina Gaikema) was wellicht zijn broeder. Te Alfen gaf Pieter de Windt, een lid van zijn gemeente, tegen T.S. uit: Waarschuwing aan Neerlands Kerk in 1757, hem van onrechtzinnigheid als aanhanger van Herman Alexander Röell (zie in dit deel in voce) beschuldigend. Hij werd evenwel in 1758 door de kerkelijke besturen vrijgesproken. Het besluit van het provinciaal kerkbestuur van Zuid-Holland in deze zaak is opgenomen in de voorrede van het werk van N. Holtius e.a. (zie dl. III, kol. 604): Examen van het ontwerp van tolerantie. Deze Holtius blijft evenwel Sibelius met bitterheid voor een ketter verklaren, die om zijn gevoelen over het ‘Zoonschap’ door te drijven de leer van de goddelijkheid der Schrift ondermijnde en alzoo

[p. 917]

‘de deur wagenwijd opende voor libertijnen, deïsten en atheïsten’.

Zie: B. Glasius, Godgeleerd Nederland III ('s Hert. 1856), 349, 688; Kerkelijk Handboek (1903), Bijl., 155; (1907), Bijl., 117; (1911), Bijl. 147, 160, 189, 190; T.A. Romein, Naamlijst der predikanten van.... Friesland (Leeuw. 1886), 174, 225, 454, 539; S.D. van Veen, Aanvullingen en verbeteringen van laatstgenoemd werk (Leeuw. 1892), 58; Ypey en Dermout, Gesch. der Ned. Herv. Kerk III (Breda 1824), Aanteekening 285, blz. 91 v.; R. Arrenberg, Naamregister v. Nederd. boeken enz. tot 1787, 473.

Knipscheer