dan wel kleine boerderijen in het belang van den staat in het algemeen en van den landbouw en deszelfs beoefenaars in het bijzonder het voordeeligst zijn. Eindelijk een opstel in Algemeene konst- en letterbode II (1831), 454: Brief aan van Marum over een blikken toestel voor dampbaden bij choleralijders. Eindelijk is hij referendaris van het ministerie van Buitenlandsche zaken geweest en directeur van de Nederlandsche Staatscourant tot 1831.
Zie: B. Glasius, Godgeleerd Nederland III ('s Hert. 1856), 345 v.; Kobus en de Rivecourt, Biographisch handwoordenboek II (Zutph. 1870), 869 v.; Alphabetische naamlijst van boeken enz. (1790-1831), 96, 119, 553, 644; (1833-49), 631; P.J. Blok, Gesch. v.h. Nederl. volk, 3e dr. (Leid. z.j. [1926]), 143 v.
Knipscheer