[Santvoort, Abraham van]
SANTVOORT (Abraham [van]), overl. te Chaam in 1669. Vóór 1650 was hij gehuwd en had twee kinderen, en woonde toen te Breda als schilder en handelaar in porseleinen borden. Vooral is hij bekend als plaatsnijder die vóór 1648 voor de stad Breda naar Antwerpen was gereisd om 15 ‘geslepen copere plaeten’ te koopen ‘om mede te drucken, en deselve gesneden’. Hij heeft daarna ook ‘vertogen gesneden, op elcke plaete 175 drucken, synde te samen 2625 drucken’. Ook is voor eenige jaren gevonden een ‘pamphlet’, aangeduid als: Vertooch ende bewijs dat de baenderheeren, edelen en steden van Brabant, geuniëert ende geassociëert met de andere vereenigde Nederlandsche provinciën, wel gefondeert zijn in haer versoeck aen de Generaliteijt gedaen, dat evenwel niet gedrukt is. Maar van de vijftien drukplaten bij dit vertoog, die van Abraham Santvoort zijn, heeft men er vijf teruggevonden in het gemeentearchief te Breda. Zij zijn genoemd ‘zeer bijzondere relieken uit de eeuwenoude worsteling van Noord-Brabant om de vrijheid’. Deze graveur was ook predikant, zooals blijkt uit de Annales Baerlensis van Gerardus van Herdegom (zie dl. I, kol. 1086). Hij was eerst predikant te Baarle als opvolger van den eersten predikant aldaar Joannes Pool (1650-53), die naar Prinsenhage was vertrokken, daarna te Chaam van 1659 tot zijn dood. Nog zijn andere kopergravures van hem bekend. Ja, hij wordt genoemd ‘uiterst vruchtbaar als graveur en teekenaar’. Als opsteller van het genoemde Vertooch noemt men Adriaan Havermans, griffier te Breda (zie dl. I, kol. 1034).
Zie: Taxandria XXXII, 27; XXXVI, 10 v., 124-130, 187-192; Nederland in Woord en Beeld, Catalogus (Leid., Burgersdijk en Niermans, 1924), 577; Kerkelijk Handboek (1878), 622; Kramm, Levens en werken der Holl. en Vlaamsche kunstschilders (verwart Abraham Santfoort