[Ruys, Jacob Adolph]
RUYS (Jacob Adolph), geb. te Kampen 7 Oct. 1823, overl. aldaar 1 Aug. 1906, zoon van den tabakskoopman Theodorus R. en Willemina Jacoba Posthumus, bezocht het gymnasium van zijn geboortestad, liet zich 16 Sept. 1843 inschrijven als student aan de hoogeschool te Utrecht, was predikant te Balk (1848-51), Veenendaal (1851-53), Ommen (1853-58), Putten (1858-77), Opper- en Neder-Andelst (1877-79), Bunschoten (1879-83), Lemmer (1883), tot hij 1 Nov. 1885 emeritus werd. Van hem verscheen: De groote bevrijding naar 1 Joh. 3:8b. Leerrede tot wegwijzing voor hen die wenschen te weten wat te gelooven van: tooveren, belezen, waarzeggen (Harderwijk 1868). Hij huwde 16 Nov. 1848 te Amsterdam met Hilletje Palm, aldaar geb. 9 Febr. 1823, overl. te Putten 26 Dec. 1865 (dochter van Dr. Albert P. en Johanna van Straaten), en hertrouwde te Putten 5 Juli 1872 met Johanna Alida Boeve, geb. ald. 30 Apr. 1838, overl. te Kampen 8 Jan. 1905.
Zie: Nederland's Patriciaat (1911), 432.
Wumkes