[Royen, Stephanus Jacobus van (3)]
ROYEN (Stephanus Jacobus van) (3), geb. 30 Aug. 1828 te Groningen, overl. 15 Dec. 1909 te 's Gravenhage, zoon van Stephanus v.R. en Elebarta Johanna Witkop, liet zich 9 Sept. 1845 inschrijven als student aan de hoogeschool van zijn geboortestad, waar hij 26 Juni 1850 promoveerde tot doctor in de wis- en natuurkunde op een proefschrift Quaedam de chemica constitutione terrarum nonnullarum provinciae Drenthiae (Gron. 1850). Van 1853-56 was hij directeur van de gasfabriek te Groningen. Hij promoveerde 18 Dec. 1858 te Leiden in de geneeskunde op proefschrift Over de diagnostiek van gelen typhus. In 1864 werd hij leeraar in de scheikunde aan de H.B.S. te Veendam, vervolgens 1881 geneesheer te Hellevoetsluis, 1897 te Westervoort en 1902 te Utrecht. Hij huwde 2 Nov. 1859 te Groningen met Maria Johanna Beekhuis Damsté (geb. te Groningen 29 Jan. 1833, overl. te Utrecht 30 Juli 1902). Als geneesheer heeft hij naam gemaakt door zijn homoeopathische methode, waarvan hij rekenschap gaf in de brochure: Waarom ben ik homöopaath geworden (Rotterdam 1859). Verder verscheen van hem: De aard van gronden van Drenthe onderzocht. Met een voorrede van C. Mulder (Gron. 1852); Handleiding tot de alcalimetrie of bepaling der waarde van potasch en soda (Gron. 1858); Handboek voor den beschaafden stand en voor gezagvoerders van schepen tot behandeling der meest voorkomende ziekten, volgens de homöopathische geneeswijze, naar de beste bronnen bewerkt (Rotterdam 1861). Hij bewerkte