[Rouville, Abraham Matthieu de]
ROUVILLE (Abraham Matthieu de), geb. te Middelharnis 1813, overl. te 's Gravenhage 9 Oct. 1881.
Den 13den September 1830 werd hij als student aan de leidsche academie ingeschreven, waar hij in 1835 onder Thorbecke promoveerde tot doctor in de beide rechten op een proefschrift De jure albinatus, tum secundum juris antiquioris Francici principia, tum in codice nostro servato. Als advocaat vestigde hij zich te Brielle, waar hij door eenige vlugschriften belangstelling toonde voor vragen van den dag. In 1848 schreef hij Het voorstel van het tijdelijk ministerie tot bezuiniging in het regtswezen, getoetst aan de belangen eener goede regtsbedeeling; in 1851 Gedachten over eene nieuwe wetgeving van militair strafregt voor de Nederlandsche land- en zeemaqt en de schutterijen, met eene proeve van een eerste boek van een militair strafwetboek. Als rechter-plaatsvervanger was hij aan de rechtbank te Brielle verbonden.
In 1856 werd hij benoemd tot procureur des Konings in de kolonie Curaçao. In die hoedanigheid maakte hij de verandering mee in de bestuursinrichting, die bij het regeeringsreglement van 1865 den 1sten Januari 1866 haar beslag kreeg. De Rouville kreeg daarbij den titel van procureurgeneraal. Echter is hij niet lang als zoodanig werkzaam geweest; bij Kon. besl. van 8 Febr. 1866 volgde zijn benoeming tot gouverneur der kolonie, welk ambt hij twee maanden later aanvaardde. Als procureur des Konings was hij ook ambtelijk lid van den Kolonialen raad geweest. De vrijlating der slaven kwam mede in dezen tijd (1 Juli 1863) tot stand. Met de verandering der bestuursinrichting zou gepaard gaan de invoering van nieuwe wetboeken, gemaakt naar het voorbeeld der in het moederland geldende wetboeken. In Themis (1864) had hij over dit onderwerp Eene stem uit de verte doen hooren. Als gouverneur mocht hij aan de invoering der nieuwe wetgeving (1 Mei 1869) meewerken. Brusse, Curaçao en zijne bewoners deelt mee, dat de gouverneur de Rouville veel gedaan heeft voor verfraaiing der stad, en dat de straatverlichting aan hem te danken is. Wat de genoemde schrijver daaraan toevoegt, dat het subsidie van het moederland onder de Rouville's bewind grootelijks zou zijn opgevoerd, is echter niet juist; het verminderde van ƒ 160.000 tot ƒ 50.000.
Tot zijn ontslag in 1871 leidde een geschil met Venezuela. Met ontduiking der bestaande wettelijke bepalingen werden uit Curaçao wapens en ammunitie uitgevoerd naar de vaste kust, en beide elkander daar bestrijdende partijen hadden op Curaçao haar uitgeweken aanhangers en vonden