[Roukens, Mr. Johan Michiel (1)]
ROUKENS (Mr. Johan Michiel) (1), geb. te Nijmegen 26 Jan., ged. 28 Jan. 1703, overl. aldaar 10 April, begr. 13 April 1772, zoon van Mr. Theodorus, die volgt, en van Catharina van der Noen. De woelingen binnen Nijmegen, die zijn oom Willem het leven kostten, brachten ook hem in gevaar, zoodat men zich genoopt zag hem in de wieg over den muur van den tuin, in het huis van baron van Randwyck te verbergen.
Hij studeerde het Latijn onder den bekenden rector H. Cannegieter te Arnhem, werd student te Harderwijk 31 Aug. 1720, daarna te Leiden, waar hij de lessen in de rechtsgeleerdheid volgde van Gerard Noordt, Vitriarius e.a.
Hij promoveerde te Leiden, zette zich in zijn vaderstad neder, werd in 1745 schepen en raad, daarna burgemeester van Nijmegen. In 1746 kreeg hij de opdracht van de geldersche regeering om de 14000 man hannoveraansche hulptroepen door het kwartier te geleiden. In 1748 werd hij door de regeering van Nijmegen benoemd ter bijwoning van den doop van den lateren prins Willem V (8 Maart). Nog in hetzelfde jaar ontstonden te Nijmegen opnieuw geweldige beroeringen, waarbij Roukens en zes andere regenten uit de regeering werden ontzet. Hij scheen bij het grauw bijzonder gehaat te zijn, want niet tevreden met zijn afzetting, bestormde het zijn huis, bedreef het daar allerlei moedwil en zou zelfs de kraamkamer van zijn vrouw niet hebben ontzien, als ijlings toegeschoten gewapende burgers dit niet hadden verhinderd. Sedert leefde hij ambteloos, zich wijdend aan de rechtsgeleerde praktijk en de wetenschappen. Behalve latijnsche en nederduitsche gedichten, welke hij schreef (die echter nimmer gedrukt zijn), bestaat van hem een verhandeling: Over den dijkbrief van de Ooy.
Hij huwde te Neerbosch 7 Sept. 1745 Agneta Jeannetta Verspyck (1705-87), dochter van Leonard en van Huberta Ingenool. Hieruit 4 kinderen, o.a. Mr. Arent Anthony,