is dit deel der bijdragen afzonderlijk verkrijgbaar gesteld, in 1847. In de vorige stukken had hij geschreven: Liederen en brieven van Luther betreffende zijn volgers in de Nederlanden (1839) en De marteldood van Hendrik van Zutphen.... (1840). Voorts verscheen van hem: Gezangen ten gebruike voor de Evg. Luth. gemeente te Woerden (Zondag 27 Juni 1830) ter viering van de overgave der Augsburgsche Geloofsbelijdenis; Gezangen bij de uitdeeling der eereblijken aan Hermanus Dirks te Woerden (19 Oct. 1832); Redevoering over de belegering van Woerden door de Spanjaarden in de jaren 1575 en 1576 (in Vaderl. letteroef., 1838, no. 6); behalve enkele andere opstellen. Zijn oudere broeder volgt.
Zie: J. Loosjes, Naamlijst van predikanten enz. der luth. Kerk in Ned. ('s Gravenh. 1925), 262 v.; Alphab. naamlijst van boeken enz. (Amst. 1858), 69, 553; J.W. Gunst, Johannes Pistorius Woerdensis (Hilvers. 1925), passim; J.W. Pont, Gesch. van het Lutheranisme in de Ned. tot 1618 (Haarl. 1911), 180, 183; de bovengenoemde Bijdragen, dl. I, II en III.
Knipscheer