Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 10

[Reiners, Hermanus]

REINERS (Hermanus), geb. te Dalen 3 Maart 1683, overl. te Weesp 3 Jan. 1740, zoon van Ds. Lubbertus R., liet zich 22 Sept. 1699 inschrijven als student aan de hoogeschool te Groningen, was predikant te Sleen (1704-08), Velthuizen in Bentheim (1708-10), Oost-Grafdijk (1710-24) en Weesp (1724-30). Van hem verscheen: Kort opstel der Natuurkundige Godtgeleerdheid, waer in het kenbare van Godt uit het licht der Rede opgespeurt en met de toestemming der redelijkste Heidenen bevestigd wordt (Amst. 1709);

[p. 797]

Gods onfeilbare waarheden voorgesteld in eene verklaring over den Heidelbergschen Catechismus 2e dr. (Amst. 1760); Korte schets van de voornaamste heilige voorbeelden (Amst. 1714).

Zie: Boekzaal der Geleerde Wereld, 1719a, 357; T.A. Romein, De Herv. Predikanten van Drenthe (Gron. 1861), 306.

Wumkes