naar de H. Schrift beoordeeld en geleid’. De synode van 1837 verklaarde van Raalte zuiver in de leer. In 1846 vertrok hij naar Michigan in Amerika, waar hij o.a. de stichter werd van het latere Hope-college.
Hij schreef met A. Brummelkamp (zie dl. VII, kol. 223), Landverhuizing.... (Amst. 1846; 3e en 4e dr. 1847); Roeping der gemeente jegens hare opzieneren, leerrede uitgesproken ter opening van de klassicale vergadering te Grand-Rapids, uitgegeven ten voordeele van de Akademie te Holland. (Kamp. 1860); (met Scholte e.a.), Officiëele stukken betreffende den uitgang uit het Ned. Herv. Kerkgenootschap (Kampen 1861; 2e dr. 1884-85).
Zie: H.E. Dosker, Levensschets van Rev. A.C. van Raalte (Nijkerk 1893); D. Versteeg, De Pelgrimvaders van het Westen (Grand-Rapids 1886); Henry Beets in Gedenkboek v.h. 50-jarig jubileum der Chr. Geref. Kerk (1857-1907) (Grand-Rapids 1907); dez. in Ned. Archief voor Kerkgesch. XXIII (1930), 260-276; J. Verhagen, De gesch. der Christ. geref. kerk in Ned. (Kampen 1881), 311-323, 362, 366-379, 453, 482, 526, 591; J. Reitsma, Gesch. v.d. Hervorming en de Herv. Kerk der Ned. 4e dr. (Utr. 1933), 483 v., 502; L. Knappert, Gesch. der Ned. Herv. Kerk II (Amst. 1912), 305 v.; H. de Cock, Hendrik de Cock (Delfzijl 1886), 485-487, 517, 579-584, 620-623; Alphabetische Naamlijst van boeken enz. (1833-49), 116, 537; Brinkman's Catalogus van boeken enz. (1850-82), 956, 1132; (1882-91), 441, 521; William O. van Eyck, Landmarks of the reformed fathers or what dr. van Raalte's people believed (1922).
Knipscheer